Eerder zagen we hoe het organisatieconcept zelforganisatie zijn oorsprong vindt in de Britse kolenmijnen.
Vandaag deel 2 van de serie ‘Zelforganisatie in historisch perspectief’.
Het Duitse leger
De manier waarop het Pruisisch/Duitse leger in de periode 1850 – 1945 was georganiseerd, had belangrijke elementen in zich die we vandaag de dag koppelen aan zelforganisatie. In zijn boek Rijnlands Organiseren legt Jaap Peters uit dat de Duitsers gewoonweg heel goed nadachten over wat de mensen in ‘de voorste linie’ nodig hebben.
En dat uiteraard met de stelligste afkeuring van de doelen en de aanpak die zij beoogden, waarvan De OrganisatieWerkplaats eveneens stellig afstand neemt.
Hoe was het Duitse leger georganiseerd?
- Het uitgangspunt was Auftragstaktik oftewel een heldere (team)opdracht die iedereen kent en die meer is dan geschreven woord;
- Leidinggevenden die zelf aanwezig waren aan het front (‘op de werkvloer’) en dus niet ver weg verwijderd van de plek waar de strijd plaatsvond;
- Beslissingen werden genomen aan het front (en niet door de generaals daarachter) op basis van decentrale sturing door teams, simpelweg omdat men op het slagveld niet achter de feiten kan aanlopen;
- Een belangrijk organiseerprincipe was Verbundenen Waffen, waarbij er procesgericht, horizontaal en ‘compleet’ werd georganiseerd: infanterie, cavalerie, artillerie en genie werden bij elkaar en integraal gegroepeerd in divisies.
Deze zelforganiserende manier van oorlogsvoering had organisatiekundig bezien resultaat: de relatieve gevechtskracht van het Duitse leger was in de Eerste Wereldoorlog driemaal en in de Tweede Wereldoorlog minimaal tweemaal zo groot als die van de geallieerden.
Wist jij dat het Duitse leger principes en uitgangspunten van zelforganisatie hanteerde als organisatievorm?
Bronmateriaal
Peters, J. (2021). Rijnlands organiseren. Boom: Amsterdam