Twee biologen bespreken hun onderzoek. De een onderzoekt beren, de ander bevers. Laten we voor nu aannemen dat zij niet over het vocabulaire beschikken om te spreken van beren respectievelijk bevers. Zij kennen deze woorden niet en noemen hun ‘onderzoeksobjecten’ allebei ‘dieren’. Ze raken in discussie over de plek waar dieren het beste kunnen verblijven in de winter.
“Uiteraard in een grot”, zegt de berenonderzoeker. “Maak je een grap?”, vervolgt de beverbioloog. “Vijanden zullen binnenkomen en de dieren opeten. Ze kunnen veel beter een dam bouwen in de rivier van waaruit ze bij gevaar kunnen wegzwemmen.”
“Nu maak jij zeker een grap!”, reageert de berenbioloog. “Dieren hebben helemaal geen vijanden, dus zij worden niet opgegeten!”
Gedeelde taal
De discussie gaat nog lange tijd verder. De onderzoekers zijn elkaar volledig kwijt, net zoals wij in de organisatiewereld vaak langs elkaar heen praten als gevolg van een gebrek aan (gedeelde) taal en vocabulaire. Een interessante vraag is of we voldoende gedeelde taal hebben ontwikkeld om verschillende ‘organisatiesoorten’ uit elkaar te houden. Wat te denken van begrippen in de organisatiewereld die te pas en te onpas door elkaar worden gebruikt, zoals zelfsturing en zelforganisatie? Delen we in voldoende mate een vocabulaire om dergelijke begrippen te kiezen, te operationaliseren en – indien gerechtvaardigd – te onderscheiden? Of hanteren we vooral een potpourri van terminologie met bijbehorende uiteenlopende definities?
Kennis
Naast taal mag de component van kwalitatief hoogwaardige kennis niet worden onderschat. Is er bijvoorbeeld wel een verschil tussen zelfsturing en zelforganisatie? Of bepaalt de definitie en is het vervolgens een kwestie van ‘het beestje een naam geven’? En hoe vaak wordt zelfsturing in organisaties niet beperkt tot het teamniveau (“we gaan het team zelfsturend maken”), terwijl zelfsturing een organisatieconcept is en geen teamconcept! Zelfsturing ‘versus’ zelforganisatie is slechts één voorbeeld. In de organisatiepraktijk blijft het echter niet bij dit ene voorbeeld. De ontwikkeling van gedeelde taal in combinatie met kwalitatief hoogwaardige kennis over (anders) organiseren is aldus essentieel voor de organisatiewereld van de toekomst.
Hoe hou jij de beer en de bever uit elkaar? Hoe zorg jij voor gedeelde taal én kwalitatief hoogwaardige kennis als het gaat om (anders) organiseren?
Bron: Mintzberg, H. (2023). Understanding Organizations… Finally! Oakland: Berrett-Koehler Publishers.