Stel je voor! Je krijgt als business student de kans om een willekeurige organisatie uit te kiezen die je niet kent. Je mag deze organisatie bestuderen op zoek naar mogelijkheden om de efficiëntie te vergroten. Je presenteert je rapport met de volgende aanbevelingen:
- Het orkest bestaat uit vier hoboïsten. Uit onderzoek blijkt dat deze hoboïsten tijdens de uitvoering regelmatig niets te doen hebben. Het advies is om het aantal hoboïsten omlaag te brengen.
- Het orkest bestaat uit twintig klarinettisten die allemaal identieke noten spelen. Dit is onnodige dubbeling. Het advies is om drastisch te snijden in het aantal klarinettisten.
- Veroudering van apparatuur vraagt om aandacht. De contrabas van één van de spelers is meer dan honderd jaar oud. Op basis van de geldende afschrijvingstermijnen had dit instrument allang vervangen moeten worden.
- Het op te voeren muziekstuk bevat veel herhalende passages. Het advies is om deze te schrappen, waarmee de duur van het muziekstuk drastisch wordt ingekort en muzikanten korter ingezet kunnen worden.
Over contexten en referentiekaders
Deze aanbevelingen klinken natuurlijk absurd, althans in de context van een muziekorganisatie. In een productieomgeving is dit al veel minder het geval. Hoe absurd ook, het voorbeeld leert ons hoe belangrijk contexten en referentiekaders zijn bij het bestuderen van, interacteren in en converseren over organisaties. Zou jij bijvoorbeeld naar een uitvoering gaan van het orkest dat bovenstaande aanbevelingen heeft doorgevoerd? Waarschijnlijk niet. Maar wat als we vergelijkbare aanbevelingen tegenkomen in bijvoorbeeld een geboortecentrum? Zou jij daar je kind geboren willen laten worden?
Wat zijn jouw ervaringen met verschillende contexten en referentiekaders in de wereld van organiseren? Laat het ons weten! We drinken graag een kop koffie met je om te bespreken hoe jij het beste kunt aansluiten bij jouw dominante context.